Gardameer

Gardameer

Lag ik net op mijn ligstoel onder een olijfboom naast de tent zegt mijn vrouw “Kom op we gaan naar het strand even zwemmen en dan nog een fikse wandeling naar een dorpje verder”.
Gedwee als ik ben hijs ik mij in de zwembroek – zo”n nieuwerwetse- tot aan de knieën die tevens als sportbroek dienst kan doen. Bij het meer aangekomen klotst het water hard tegen de keien. Achter het kiezelstrand op gehoorafstand hoor ik de nieuwe rijken in vijf sterren Hotel
Casimiro klinken met hun glazen waarin grote bellen witte wijn . Uit voorzorg hebben we onze ruggen ingesmeerd, we willen niet verbranden maar toch wel een beetje bruin worden. Ondertussen neem ik een duik in het Gardameer, links en rechts
passeren me jachten, hier is zo te zien nog geen sprake van recessie. Een dame op
te hoge hakken met een te grote zonnebril en een te klein hondje flaneert over de houten vlonders langs het strand. Ze oogt pikant voor haar leeftijd , ik groet haar vriendelijk “bon giorno”, zij knikt en glimlacht terug . Een flirt ? Nee ben je gek , een beetje aandacht wil iedereen. Tegen vieren als de warmte afneemt wandelen we naar Salo onderweg passeren we
prachtige kleurige en lekker geurende oleanders. Een uurtje later lopen we langs het kerkhof van Salo, enkele vrouwen slaan bij het verlaten van het kerkhof een kruisteken en een man die er binnen gaat doet hetzelfde. Ze betreden en verlaten voor hun gevoel “ heilige grond”. Onze heilige grond is aan het eind van de boulevard waar een koffiebar annex gelataria een prachtig uitzicht geeft over het meer. Het ijs smaakt hier verrukkelijk en de cappuccino is hier van voortreffelijke kwaliteit. Voor ons terras speelt een man met een strohoed op zijn viool. Dat die violist hier speelt is geen toeval, Salo is genoemd naar Gaspari Salo de uitvinder van de viool die hier geboren is. Als ik mijn ogen dicht doe droom ik weg en hoor ik de prachtige klanken van de viool en het klotsen van het water, ik waan me op vakantie in Italië. Sterker nog als ik ze open doe is het allemaal werkelijkheid. Ik bestel nog een kop cappuccino aan de aardige serveerster , preco zegt zij, ik antwoord met grazie.

Almelo/Anloo

Een stoplicht springt op rood, een ander springt op groen, in Almelo is altijd wat te doen.
Deze uitspraak van Herman Finkers kwam bij me boven toen dat in de praktijk in Almelo
gebeurde. Eens per jaar komen hebben we een broers en zussendag, deze keer in Almelo.
Mijn zus woont en werkt daar in het pastoraat , zij is kloosterlinge en leeft daar in een splinternieuwe flat met haar collega’s. Trots liet ze het gebouw van de Karmel annex
kapel en kerkzaal zien. Tja voor mij zijn kloosters en kerken oude rustgevende gebouwen,
maar hier in Almelo is alles anders, Herman Finkers zei het al. Na een uitgebreide excursie
van keuken tot washok reden we via Zenderen over smalle weggetjes naar de in het groen gelegen dorpje Hertme, niet groter dan Anloo met ook een kerk een school en twee café”s. Vanaf hier maakten we een wandeling door het Twentse land.
Geen verkeersgeraas of tankwagens die met geld toe mestsilo’s vullen, behalve het geluid van een trekker en het getimmer van enkele bouwvakkers is het stil in het dorp. Na een fikse wandeling in het gebied van Regge en Dinkel komen we terug in het dorp. In restaurant ‘t Oale Bakkershoes dronken we een wijntje of een pilsje en belandden daarna aan tafel.
Onze plek is in de oude winkel dat nu een aaneengesloten ruimte vormt met de oude bakkerij.
In de winkel van de VIVO staan nog koffie en theeblikken, een koffiemolen een oude Berkel
weegschaal en ook de etalage is nog intact maar nu als kinderhoek. Kortom we proeven de sfeer van vijftig jaar geleden. Al gauw bleek de gang naar deze uitspanning de moeite meer dan waard. We kregen een driegangen menu wat echt voortreffelijk was, de serveerster was erg plezierig en had een “leuk” Twentse accent. Deze eetgelegenheid zat dan ook helemaal vol met gezellig publiek, niet luidruchtig, maar wel met voldane gezichten.
Dezelfde voldane gezichten zag ik in Anloo in het kader van het Veldnamenfestival. Samen met een landschaps- en cultuurkenner nam ik deel aan een tocht langs de akkers rond Anloo die door vier artiesten werd verzorgd. Zo ’n vijftig liefhebbers namen deel aan deze cultuur- tocht, waar onder een heel aardige vrouw in een rolstoel,over zandwegen en dwars door de heidevelden kon zij dankzij de vrijwillige trekploeg meegenieten . Iedereen kreeg bij de start vanaf de Magnuskerk een verrekijker. De groep hield stil bij een weiland waar je op vijftig meter afstand twee nimfen zag spelen, door de verrekijker kreeg dit een extra dimensie, later werden ze verjaagd door een man met een vlindernetje. Heel komisch, toen zij uit het zicht verdwenen kwam er op een aanhanger achter een trekker een violist aan, die een kort concert gaf. Toen we verder wandelden zaten de acteurs op een hek en ze vertelden over de akkers en hun namen, op het moment dat ze “Reeakker” riepen, schoten er twee reeën achter hen langs, afgesproken werk? Er waren nog witte wieven in het koren en een engel op een paard, met een tochtje op een kar beleefden we de apotheose in de Gasterense Duinen. De acteurs stelden zichzelf een voor een voor, als laatste Judith Lodewijks, zij gaf aan waarschijnlijk van koninklijken bloede te zijn afstammend van Lodewijk waar later voor het gemak een s is achter gezet. Vandaar dat er in de buurt ook een Koningsberg en Koningsherberg was waar haar voorvader zou hebben vertoeft en het zaad gelegd waarvan zij nu afstamde. En Judith betekende horizon en zij wees in de rondte “Overal horizon , dus overal Judith”… hierna vertrokken de drie in het wit gestoken acteurs onder de klanken van vioolmuziek over de duinen naar de einder. Omdat ze vijftig meter van elkaar liepen was dit een prachtig gezicht ter afscheid van deze cultuur-rijke en natuur-rijke avond. Conclusie: Hertme en Anloo , twee heerlijkheden in het groen waar het goed toeven is.

Stemming

Nerveuze kinderstemmen zoemden rond in de Boerhoorn. Het was de dag van de clubkampioenschappen van G&A. Welke meiden gaan vandaag de meeste punten halen in hun leeftijdscategorie. In mooie blauwe gymkleding gaan de meiden over de balk, het paard en hangen ze aan de rekstok en vertonen ze hun radslagen op de mat. Veel ouders en grootouders zitten op de tribune, ze zijn vooral gekomen om hun (klein)kinderen aan het
turnen te zien. De trots valt van de gezichten af te lezen als hun “kind” het goed doet. Ik sprak met een opa van wie twee kleindochters moesten laten zien wat ze konden. Maar al heel snel ging het gesprek over “de stemming” van afgelopen week. Dat mensen uit onvrede of angst een proteststem uitbrengen is nog te snappen. Dat daardoor de grootste schreeuwer en haatzaaier uit de 2e Kamer wordt beloond is bizar. Vooral omdat hij voortdurend een bevolkingsgroep zwart maakt. Ik dacht even aan de man uit Twente waarover Herman Finkers sprak. Iemand belt de politie “Ja met Dubbelink, er loopt hier een neger over straat”. De politie: “Nou en?” Dubbelink: “Nou ik denk dat het goed is dat jullie dat weten, hij loopt nu midden op straat vlak langs mijn huis”. De politie: “Wat wilt u dat we doen?” Dubbelink: “Niks, maar ik wil dat jullie het weten”.
Terug naar de Boerhoorn waar veel vrijwilligers er weer in geslaagd zijn zo’n dag voor de kinderen tot een feest te maken en dat voelt goed. Waar het ook feest was, maar dan voor volwassenen was in en rond de Jacobuskerk, hier was de jaarlijkse boekenmarkt met rondom de kerk allerlei “handel”…en een koffiekraam. Het is leuk in het zonnetje aan een tafeltje gesprekken te voeren over vroeger met bekenden, nostalgie op zaterdagmorgen.
Deze week had ik het voorrecht op het meest unieke stembureau van Aa en Hunze te mogen zitten, het Hendrik Kokhuis. Mensen die niets zien en toch trouw komen stemmen onder begeleiding van betrokken personeel of een even betrokken vrijwilliger. Er waren ook mensen die met hun rood-witte stok zelf het stembureau vonden, het meest neutrale stembureaulid hielp hen dan. Voor het eerst in de geschiedenis moesten mensen zich legitimeren als ze hun stem wilden uitbrengen. Mensen die je kent ga je natuurlijk niet vragen wie ze zijn. In een ander stemlokaal waar men uitging van ‘regels zijn regels’, scheurde een kiezer zijn stempas stuk onder het uitroepen “Zijn jullie nu al in de greep van die man met het Mozart kapsel?” Jan Peter en Wouter werken zich in mijn ogen het lap lazarus om de recessie zo goed mogelijk door te komen en iemand die alleen maar loopt te schelden wordt beloond. Snapt u het nog? Ik niet. Ik kies voor een land waar mensen elkaar inspireren en plezierig met elkaar omgaan zoals donderdag in de Hendrik Kok en zaterdag in de Boerhoorn en rond de Jacobuskerk ongeacht kleur, geloof, seksuele geaardheid of handicap. Ik wil wonen in een land waar stemmingmakerij ten koste van anderen uit den boze is en er positieve aandacht is voor iedereen.