Daor gaot ze

“Daor gaot ze” zei mijn nicht uit de Zandbelt bij Lettele. Drie blonde levenslustige tienermeiden fietsten met hun sporttas achterop naar de sporthal in het nabijgelegen Lettele.

Ik had ze al gezien op een foto waar al hun kleinkinderen op stonden. Ze zijn de trots van de grootouders en terecht. Mijn nicht en haar man genieten van een wel verdiende rust naar een leven van hard werken. Hoewel rust?

Elke ochtend om half acht worden er nog enkele kleinkinderen bij hen achter de deur gedumpt. Maar dat vinden ze als kwieke zeventigers geen punt. Ze doen het graag en met liefde. Hun kleinkinderen zijn ook hun naaste buren, liefst twee dochters wonen als het ware bij hun op het erf. In dat “daor gaot ze” zat alles in – trots,liefde maar bovenal het familiegevoel van – ze horen bij ons -.

Dat bij ons horen kwam ook terug in de gesprekken die we voerden over haar broers en zussen en zijn familie. Letterlijk alles kwam op tafel; ook de minder goede relaties en de oorzaken daarvan. Maar dit alles werd verteld op een betrokken wijze.
Niet veroordelend maar met schroom en getuigend van wijsheid.

In hun oude smederij hebben ze nu een museum ingericht. Een museum waarin de jeugd van tegenwoordig nog kan zien hoe een smid vanuit het tijdperk van paard en wagen evolueerde naar technisch installateur.

Er hangen nog schitterende emaille reclameborden. Op een van de borden “benzine 0,04 cent per liter “… echt
andere tijden dus.

Ook het verhaal en dat is nog niet eens zolang geleden over de schoonvader van mijn nicht,die bij hen inwoonde, hij woonde boven. Op zondagmorgen ging hij in zijn daagse kleren de kippen voeren en maakte hij een rondje door de tuin. Tegen half tien ging hij naar boven en kwam tegen tien uur weer in zijn beste pak beneden om dan op de fiets te stappen en naar de kerk te gaan. Na kerktijd wisselde hij zijn pak weer voor daagse kleren met de opmerking dat vooral als je zit het pak (de broek) het meeste slijt. Een wijsheid als een koe, maar kom er maar op.

Maar naast het genieten van zijn kleinkinderen en het bij ‘de tijd’ houden van het museum is de echtgenoot van mijn nicht actief bij de plaatselijk sportvereniging .. waar altijd wel iets te repareren valt aan de gebouwen en ook als elftalleider heeft hij zijn sporen verdiend in deze gemeenschap.

Daarom vind ik de uitspraak van mijn nicht van “daor gaot ze” dan ook van een ongelooflijke lading.. en helemaal passend bij deze kwieke en wijze oma. Ik ben trots deel uit te maken van zo’n warme en in veel opzichten “rijke” familie, waar je altijd welkom bent.