Donderdag

Schitterend weer op deze donderdagochtend. Ik start de auto… maar hij start niet.
Hij heeft wel stroom maar pakt niet. Ik druk de auto de dam af en druk in mijn eentje de auto
op gang… maar hij pakt nog niet als ik hem in zijn twee gooi. Ik kijk in het rond geen levend wezen te bekennen. Probeer het nog een keer en druk nu iets langer, spring in de auto en ja hij pakt en de motor slaat aan. Nog buiten adem, maar met een blij gemoed rij ik naar Rolde. Halfweg kom ik een trekker tegen, zo’n brede, deze boer gaat geen centimeter aan de kant, dus vlucht ik op het laatste moment rakelings langs een paar bomen de berm in… “wat een boer”, in negatieve zin. Binnensmonds verwensingen uitend steek ik bij de molen de op dit tijdstip altijd drukke Grolloërstraat over. Op de Gieterstraat kom ik twee bussen tegen en zie ze al van verre aankomen dus maak ik dankbaar gebruik van de vluchthaventjes. Ik wil mijn spiegel graag heel houden, preventie dus.
Even voor Gieten ligt er nog het bosje bloemen bij de boom waar enkele weken geleden een motorrijder verongelukte. Maar mijn gedachten dwaalden ondertussen toch af naar Martin Bril de columnist van de Volkskrant die woensdag veel te jong overleed. Deze onnavolgbare schrijver van het gewone, het alledaagse, is in zijn harnas gestorven. Hij schreef weinig over zijn ziekte en al helemaal niet over zijn naderende einde. De vrijdag ervoor had ie nog een column over “Boosheid” op de voorpagina van de Volkskrant. Hij was een man die heel goed situaties kon opnemen en dan op een puntige doch milde wijze zijn hersenspinselen aan het papier prijs gaf. Grote klasse vond ik ook de wijze waarop hij de eerste zonnige lentedag betitelde als “rokjesdag”. De hitsigheid die dat bij vele mannen oproept wist hij ingetogen doch raak te typeren. Hij bezielde dode dingen, zoals een rotonde, een leeg blikje cola op een grasveld of zomaar een oude fiets in de berm. Hij maakte hier een verhaal over zodat ze gingen leven en betekenis kregen. Ondertussen was ik aangekomen bij de Bethlehemkerk in Gieten. Daar stond mijn collega vrijwilliger van de Voedselbank te wachten. We reden via de Eexterweg naar de Keurnotenlaan waar roze bloesems van de prunussen de weg stoffeerden, even verder koppelden we de aanhanger aan. “Dit weekend zijn er Superbike races in Assen” vertelde mijn collega. Ik weet niets over motorische sporten, dus was ik dankzij hem weer helemaal bij. Tussen Assen en Hooghalen zagen we vanaf de A 28 enkele hectares kleurrijke bloembollenvelden, een nieuw fenomeen in Drenthe. Het inpakken van de 32 pakketten bij de Voedselbank in Beilen ging voorspoedig. Bij het koffiedrinken met vijf prettige gestemde dames namen we het laatste nieuws door en ging het o.a. over ‘rokjes’, tja wat mooi weer en Martin Bril al niet teweeg kunnen brengen. Even later kwam er een lading brood binnen, zodat we weer aan het werk konden door de broden uit de kratten over te pakken in bananendozen.
We konden vertrekken, maar de auto startte weer niet. De vijf dames, die -van bij de koffie- mochten onder grote hilariteit de afgekoppelde auto aandrukken, dat lukte niet. Gelukkig waren jongelui van de naastgelegen scholengemeenschap bereidt te helpen en even later reden
we richting Gieten. Ach ja brood en spelen het houdt mensen van de straat, of juist op straat!

\

Author: Gerard

Tijdens zijn fietstocht naar Santiago de Compostela kreeg hij de smaak van het schrijven te pakken. Hij schreef jarenlang columns voor de Schakel en had veel trouwe lezers. Begin maart 2014 bracht hij deze columns in een prachtige bundel uit. U kunt deze kopen op: www.uitgeverijkoopmaninvorm.nlVeel leesplezier!

Leave a Reply